Projectvoorstelling

Het Schola project is een Europees samenwerkingsproject waarbij we de strijd aangaan tegen ongekwalificeerde uitstroom. Op de raad van Europa in Lissabon, in  2000, hebben de landen van de Europese Unie ongekwalificeerde uitstroom gedefinieerd als jongeren van 18 tot 24 jaar die enkel het niveau secundair onderwijs hebben, en die geen studies of vorming meer volgen. Dit wordt soms samengevat als NIET-jongeren: not in education, nor in training. De ambitie was om het aantal van deze jongeren terug te dringen tot gemiddeld 10% van de populatie in 2010. In  2006 waren slechts 6 van de 27 lidstaten er in geslaagd om dit doel te behalen. Nog steeds zijn gemiddeld 18% van de jongeren vandaag in deze situatie, ver verwijderd dus van de oorspronkelijke doelstelling van de commissie. De situatie is afhankelijk van land tot land: het  percentage in Portugal is 39,2%, 20,8% in Italië, 13,1% in Frankrijk, 12,9% in Nederland, 5% in Polen en 5,2% in Slovenië. In Vlaanderen daalde het cijfer van 10,7% in 2005 naar 7,2 in 2015.

Jongeren worden bijzonder zwaar getroffen door werkloosheid. Falen op school is de belangrijkste reden voor sociale en professionele uitsluiting. De strijd tegen afhaken op school is een nationale en internationale prioriteit in het kader van de ‘Europa 2020-strategie’. De ambitie is om preventief en remediërend te werken op een centrale doelstelling: het nodige doen zodat elke jongeren een professionele toekomst kan uitbouwen en kan slagen in het leven. De strijd tegen ongekwalificeerde uitstroom is een belangrijke uitdaging voor de sociale cohesie en voor gelijke onderwijskansen. Het mobiliseren van iedereen in de onderwijswereld, met lokale vertegenwoordigers en nationale professionals is nodig om op termijn te zorgen voor oplossingen die het aan iedereen toelaten om in oplossingen op maat van iedere jongere te vinden.

In Vlaanderen wordt door actoren op verschillende niveaus gewerkt aan een actieplan rond vroegtijdige schoolverlaters. Daar wordt zowel vanuit ‘werk’ als vanuit ‘onderwijs’ actie ondernomen. Onderwijskoepels spelen daarin een belangrijke rol, maar ook vanuit de regelgeving wordt ingezet op maatregelen. Met name de talennota; een actieplan tegen zittenblijven, het verstevigen en het uitbreiden van werkplekleren, het versterken van het stelsel van leren en werken, de ontwikkeling van een individueel leerlingendossier,… Het zijn allemaal maatregelen die de afgelopen jaren genomen werden om ter preventie.

Het Schola project heeft als ambitie om een vormingsprogramma voor te stellen voor leraars en opvoeders (vrijwilligers of betaalde krachten) in verenigingen die begeleidingsactiviteiten voorstellen die paralel lopen aan het onderwijs. Wanneer jongeren hierin actief zijn als verwilliger, dan verwerve ze competenties die van belang kunnen zijn om ongekwalificeerde uitstroom te vermijden. De rol die leraars en opvoeders daarbij spelen is van groot belang. Daarbij wordt bijvoorbeeld gefocust op: leren leren, de rol van families en scholen, verschillende types stage-ervaringen (formeel en informeel),…

Het Schola project heeft als ambitie om een programma voor te stellen voor leraars en middenkaders op scholen (vrijwillig of professioneel). Begeleidingsacties worden voorgesteld die toelaten om:

  1. Kennis te verwerven over de redenen van ongekwalificeerde uitstroom en de strategieën die gehanteerd worden op Vlaams en Europees niveau om te vechten tegen vroegtijdige schooluitval.
  2. De rol te begrijpen die leraars/opvoeders kunnen spelen in schoolse contexten om vroegtijdige schooluitval te vermijden.
  3. Om leercompetenties te versterken, met focus op de Europese sleutelcompetenties in verschillende stageactiviteiten.
  4. Complementaire strategieën te ontwerpen, met name gebaseerd op de ervaringen die jongeren elders opdeden.

Het Schola project resulteert in 3 concrete eindresultaten (IO) :

IO1: een tool en een methode voor onderwijsbetrokkenen in de brede zin van het woord. Het gaat om zowel leraars en zorgpersoneel op scholen, als om professionals en vrijwillige jeugdwerkers buiten de school. Het doel daarvan is om hen te ondersteunen bij het herkennen en waarderen van competenties die jongeren buiten de school verwerven en ontwikkelen. De methode voor het ontwikkelen van het portfolio (IO1) voor professionals die werken met jongeren of studenten die bedreigd worden door ESL is bedoeld om ervaringen die opgedaan zijn bij extra-curriculaire activiteiten met jongeren te waarderen. Het gaat om ervaringen van vrijwilligerswerk waarbij jongeren competenties ontwikkelen door de combinatie van formeel, informeel en non-formeel leren en waarmee ze onderwijsprocessen een nieuwe stimulans kunnen geven - Zie de tekst De Schola tool / methode.

IO2: een ‘professionaliseringstraject voor mensen in het werkveld’ combineert theoretische en praktische inhouden. In deze opleiding ligt de focus op het verduidelijken van de verschillende soorten leren (formeel, non formeel en informeel), werken met competenties, het (h)erkennen van competenties bereikt buiten school, verbindend communiceren met jongeren. Deze opleiding zal de betrokkenen in staat stellen om aan de slag te gaan met het product (IO1). IO2- een professionaliseringstraject voor mensen in het werkveld - Zie de handleiding Vorming leraren/opvoeders.

IO3-  het finale e-book. Een publicatie met als doel alle binnen het schola-project opgedane kennis verder te verspreiden. Deze publicatie bundelt overkoepelende inzichten van het gehele project. Het geeft inzicht in het proces zoals dat in de 5 verschillende deelnemende landen werd doorlopen. Het boek werd ontwikkeld met als doel andere stakeholders inzichten te geven in het veranderingsproces. Het boek werd in het Engels geschreven - Zie het e-book Schola e-book.